Tag archieven: MVO

op weg naar een duurzamere zorg

Huisartsen Zuid Kennemerland e.o. (HZK) heeft een stap voorwaarts gezet in haar streven naar duurzaamheid door gebruik te maken van de Milieubarometer. Deze praktijk, die zich niet alleen toelegt op het verstrekken van medische zorg, maar ook op het creëren van een gezonde en milieuvriendelijke omgeving voor haar patiënten en medewerkers, heeft de Milieubarometer ingezet als een instrument om haar milieu-impact te meten, te monitoren en te verminderen.

De Milieubarometer biedt de praktijk de mogelijkheid om haar energie- en waterverbruik, afvalproductie, mobiliteit en andere milieuaspecten in kaart te brengen. Met deze gegevens kan de praktijk gerichte maatregelen nemen om haar impact op het milieu te verminderen. Dit omvat onder andere het scheiden en verminderen van afval, het promoten van duurzame mobiliteit onder medewerkers en patiënten, en het gebruik van milieuvriendelijke producten en materialen.

Op weg naar een Duurzamere Zorgomgeving

Een belangrijk aspect van de Milieubarometer is de bewustwording die het creëert onder medewerkers en patiënten. Door transparant te zijn over haar milieu-impact, spoort de praktijk hen aan om ook duurzame keuzes te maken in hun dagelijks leven. Dit draagt niet alleen bij aan een gezondere planeet, maar ook aan een gezondere samenleving als geheel.

De invoering van de Milieubarometer in huisartsenpraktijk HZK illustreert de groeiende rol van zorginstellingen in het bevorderen van duurzaamheid en het beschermen van het milieu. Door concrete acties te ondernemen en bewustwording te stimuleren, kunnen zij een positieve impact hebben op zowel het milieu als de gezondheid van hun gemeenschap.

Start met verduurzamen!

Wil je graag Milieubarometer-ondersteuning van een adviseur uit jouw regio? Als geregistreerd adviseur sta ik klaar om te helpen! Neem gerust contact met me op voor meer informatie.

MVO: duurzaamheid meten

In de Milieubarometer kun je de milieumeting uitbreiden naar onderdelen van Maatschappelijk Verantwoordelijk Ondernemen (MVO). Naast milieugegevens kun je ook extra gegevens naar keuze invullen en van doelgrafieken voorzien. Voorbeelden zijn gegevens over ziekteverzuim, scholing en inzet voor maatschappelijke doelen.

Op het doelendashboard zie je de score van alle doelen in één overzicht. Daar zie je aan de stoplichtkleuren (rood-oranje-groen) of je je ambities haalt.

Zie bij Afbeeldingen: ‘doelendashboard’ onder Milieubarometer

Ga vandaag nog aan de slag

Lees meer over de duurzaamheidstool Milieubarometer.

Of neem voor vrijblijvend advies contact op. 
Mobiel 06-811 922 95 / frank.winter@sparx.nl.

Klimaatneutraal ondernemen

Klimaatneutraal ondernemen is nodig voor behoud van een leefbaar klimaat op aarde.

Om klimaatneutraal te kunnen ondernemen is inzicht in je milieuprestaties hard nodig. Door de CO2-voetafdruk gedetailleerd in kaart te brengen kunnen we hem gestructureerd managen. Met de Milieubarometer tool breng je eenvoudig je CO-voetafdruk in kaart.

Ga vandaag nog aan de slag

Ook aan de slag? Gebruik deze praktische wegwijzer van Stimular om er grip op te krijgen. Of neem contact op. Mobiel 06-811 922 95 of frank.winter@sparx.nl.

co2 voetafdruk

Milieuprestaties meten

Stiching Stimular helpt bedrijven en organisaties om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Meet en presenteer je milieuprestatie met de Milieubarometer-tool.

Meer weten

Meer weten over mijn diensten op gebied van kwaliteit, arbo en milieu? Gebruik dan het aanvraagformulier of neem contact op.

Nieuwe arboregelgeving 2023

Wat staat je in 2023 te wachten?

In 2023 wordt met name nieuwe regelgeving van kracht op het gebied van gevaarlijke stoffen en milieu. Ook laten eerdere wetswijzigingen hun invloed gelden. Verder zijn er enkele voorstellen waarbij komend jaar zal blijken of ze daadwerkelijk in nieuwe regelgeving zullen worden omgezet.

Arbowet

Tegemoetkoming bij beroepsziekten door gevaarlijke stoffen

Per januari 2023 treedt de nieuwe regeling ‘Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten’ (TSB) in werking. Met deze regeling kunnen medewerkers die ziek zijn geworden door het werk met gevaarlijke stoffen sneller en eenvoudiger aanspraak maken op een eenmalige financiële tegemoetkoming.

De regeling geldt voorlopig nog voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergische astma en de ‘schildersziekte’ (OPS/ CSE). In de komende jaren wordt de lijst met beroepsziekten door stoffen waarvoor de regeling geldt, verder uitgebreid. Meer informatie bij de Rijksoverheid.

Aanvullende RI&E (ARIE)

Waarschijnlijk per 1 januari 2023 wordt de aangepaste regelgeving van kracht over risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze regeling geldt voor risicovolle bedrijven die werken met een zodanige hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat deze een zwaar ongeval kunnen veroorzaken.

Door de aanpassing komen minimaal 200 extra bedrijven onder de deze regeling ‘Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie’ (ARIE) te vallen. Deze bedrijven moeten dan aan de ARIE-verplichtingen gaan voldoen. Hierbij hoort:

  • het uitvoeren van een aanvullende RIE inzake de beheersing van de risico’s van zware ongevallen;
  • het ontwikkelen en invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem;
  • het opstellen van een intern noodplan.

Ook moeten alle bedrijven die ARIE-plichtig zijn als werkgever een eenmalige melding aan de Nederlandse Arbeidsinspectie doen. Nieuwe ARIE-bedrijven hebben dan tot 1 januari 2024 de tijd om aan de verplichtingen van de ARIE te voldoen.

Nieuwe Omgevingswet

De Wet milieubeheer zal per juli 2023 (grotendeels) opgaan in de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt een lappendekken aan wetten en voorschriften in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket voor het aanvragen van vergunningen en starten van projecten. Ook bevat de Omgevingswet enkele nieuwe voorschriften, zoals een verplichting tot het aanwijzen van Veiligheidscoördinator bij bouw- en sloopwerkzaamheden. Deze functie richt zich vooral op de veiligheid in de directe omgeving van de plek waar wordt gebouwd.

Strengere toetsing RI&E’s

Sinds juli 2022 geldt nieuwe regelgeving voor de toetsing van een RI&E. Zo’n toetsing door een gecertificeerde kerndeskundige is wettelijk vereist. Tenzij er dan 25 medewerkers werkzaam zijn in een organisatie, en een erkend RI&E-instrument van de sector wordt gebruikt.

De strengere eisen aan de toetsing betekenen in de praktijk dat een nieuwe RI&E aan meer eisen moet voldoen om een positief advies te krijgen van een toetser. Sommige eisen zijn daadwerkelijk nieuw, andere golden al maar zijn nu meer aan het licht gekomen. Het is de vraag of de grote lijst aan zwaardere eisen tot de beoogde kwaliteitsverbetering leidt. Het is ook mogelijk dat dit de weerstand vergroot om een RI&E uit te voeren.

Enkele belangrijke onderdelen uit de verzwaarde RI&E-toets:

  • Er moeten meerdere gecertificeerde toetsers worden ingeschakeld voor de toetsing van een nieuwe RI&E. Eerst was één gecertificeerde toetser voldoende. Nu kan het aantal, afhankelijk van de aangetroffen risico’s, oplopen tot drie.
  • Per aangetroffen knelpunt moet de ‘basisrisicofactor’ worden aangegeven.
  • Bij ieder aspect dat niet als knelpunt wordt aangemerkt, moet de invuller beargumenteren dat dit punt daadwerkelijk in het bedrijf in orde is.
  • Een RI&E moet aantoonbaar zijn gebaseerd op analyses van het ziekteverzuim en de ongevallenregistratie, resultaten uit PAGO’s en inzichten van de medewerkers, de preventiemedewerker en de bedrijfsarts.
  • Maatregelen in de RI&E moeten SMART geformuleerd zijn en moeten zich richten op de aanpak van de achterliggende oorzaken van een knelpunt.
  • Als een werkgever bij een maatregel niet kiest voor bronaanpak, moet hij dat voortaan in de RI&E beargumenteren.
  • Verder is nu een vereiste dat in de RIE per maatregel wordt beschreven:
    • hoe een maatregel precies wordt ingevoerd,
    • welke maatregelen al zijn genomen,
    • hoe de effectiviteit van de nieuwe maatregel wordt ingeschat, en:
    • of de maatregel ook ongewenste consequenties heeft.
  • De RI&E moet verder beschrijven:
    • het benodigd aantal preventiemedewerkers, met hun tijdsbesteding, deskundigheden en plaats in de organisatie;
    • de uit te voeren nadere inventarisaties;
    • het Arbobeleid en de organisatie van de bedrijfshulpverlening met daarbij een beoordeling of deze beide zaken in de praktijk ook operationeel zijn;
    • welke medische onderzoeken (PAGO’s) nodig zijn en met welke frequentie;
    • de risico’s voor bijzondere groepen als jeugdigen, ouderen, zwangere vrouwen, mindervaliden, derden, stagiaires en uitzendkrachten, bewakingspersoneel en schoonmaakpersoneel.

Meer informatie is te vinden in de Staatscourant.

Gewijzigde NEN-norm tillen en dragen

De norm NEN-ISO 11228-1 voor het beoordelen van fysieke belasting in werksituaties is onlangs herzien. De belangrijkste wijzigingen die zijn aangebracht hebben betrekking op de manier van beoordelen van tillen, neerzetten en dragen. Voor arbofunctionarissen is het van belang om na te gaan of deze nieuwe inzichten zijn verwerkt in de methode die ze gebruiken bij de RI&E fysieke belasting in hun eigen organisatie.

Subsidieregeling Verduurzaming MKB

Goed nieuws voor mkb. Per 1 oktober 2021 kom je als kleine ondernemer in aanmerking voor de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM). Dit helpt je mooi op weg om energie te besparen en meer te verduurzamen.

Mkb-ondernemers die niet onder de Energiebesparingsplicht vallen, kunnen subsidie krijgen voor het laten opstellen van een professioneel advies door een energieadviseur.
Het bedrijfspand mag per jaar niet meer dan 25.000 m3 aardgas(equivalent) en 50.000 kWh elektriciteit verbruiken.

Ook kunnen mkb-ondernemers subsidie aanvragen voor ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregelen, bijvoorbeeld door een accountant of projectleider in te schakelen voor het inkooptraject van de maatregelen en het regelen van financiering. 

Milieumanagement

De overheid vergoedt tachtig procent van het advies en de ondersteuning; twintig procent is voor rekening van de ondernemer. 

De Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM) is nu definitief bekend gemaakt. Aanvragen van de subsidie kan van 1 oktober 2021 t/m 30 september 2022 bij RVO. Subsidies worden verstrekt op volgorde van binnenkomst. 

Kijk voor meer info op https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/svm.

De maximale subsidie is 2.500 euro per bedrijfspand. In totaal is € 28,2 miljoen beschikbaar. 

Toekomstbestendig ondernemen

Wil je werk maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen? Met behulp van de MVO-Wijzer kun je zelfstandig aan de slag met het implementeren van jouw MVO-beleid.

Een MVO-verklaring behalen

Na de implementatie van het MVO-projectplan kun je de zelfevaluatie doen. Een belangrijke groep beïnvloeders, zoals personeel, beoordeelt via een webapplicatie ‘Hoe MVO de organisatie is’. Aan de hand van stellingen beoordelen zij de huidige stand van zaken van MVO.

Bij een positieve beoordeling ontvangt jouw organisatie een MVO-verklaring. 

MVO Wijzer

Het uitvoeren van een nulmeting, zelf-verklaring en/of certificering doe je met een Partner van De MVO-Wijzer. 

Als partner van de MVO-Wijzer help ik je graag op de goede weg.

HEB JE EEN VRAAG?

Aarzel niet om contact op te nemen.

Duurzaam ondernemen (MVO)

Bedrijven hebben verschillende redenen om zich met maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bezig te houden. In de praktijk spelen altijd meerdere motieven een rol. Eigenlijk zijn er drie hoofdmotieven te noemen.

duurzaam ondernemen MVO

MVO draagt bij aan de financiële prestaties van bedrijven. Onder meer door de stijgende vraag naar duurzame producten en diensten, maar bijvoorbeeld ook omdat MVO de arbeidsproductiviteit verhoogt.

Soms worden bedrijven gedwongen om zich (meer) met MVO bezig te houden. Bijvoorbeeld door klanteisen, mediaschandalen of ingrijpen van de overheid. 

Veel bedrijven doen het omdat zij een steentje willen bijdragen aan de maatschappij en ze het milieu niet teveel willen belasten. Ze doen aan MVO omdat ze vinden dat het hoort.

Weten hoe je duurzaam onderneemt?

risico- inventarisatie & -evaluatie (RI&E)

RI&E

Een risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) is een inventarisatie van de gevaren binnen een bedrijf die betrekking hebben op de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de mensen die er werken. In de risico-evaluatie maakt de werkgever een risico-inschatting van deze gevaren. Daarbij kijkt hij naar de kans dat een gevaar zich voordoet, het effect dat dit teweegbrengt en de frequentie waarmee werknemers aan het gevaar worden blootgesteld.

En wat is een plan van aanpak?

Het plan van aanpak (PvA) is een verplicht onderdeel van de RI&E. Daarin geeft de werkgever aan welke maatregelen hij gaat nemen in verband met de geconstateerde risico’s, en binnen welke termijn. Het uitvoeren van een RI&E met plan van aanpak is sinds 1 januari 1994 wettelijk verplicht voor alle werkgevers. Uitzondering is de zelfstandige zonder personeel (zzp’er). In een RI&E moet een bedrijf ook de arbeidsongevallen uit het verleden opnemen.

De RI&E moet altijd actueel zijn

Nadat het PvA van de risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) in werking is gezet en uitgevoerd, bespreekt de werkgever jaarlijks de voortgang met de werknemers en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiger. Als de arbeidsomstandigheden binnen de organisatie veranderen, is het ook nodig om de RI&E aan te passen. Voorbeelden daarvan zijn de ingebruikname van nieuwe machines of een verandering in de werkwijze van het bedrijf. Met andere woorden: de RI&E moet altijd actueel zijn.

Wel of geen toetsing van de RI&E?

Is de RI&E af, dan is het bij wet verplicht dat een gecertificeerde arbodienst/deskundige de opgestelde RI&E toetst. Die kijkt of alle risico’s op de lijst staan, of de situatie in het bedrijf goed is weergegeven en of de laatste normen en richtlijnen zijn gebruikt. Ook kan die advies geven bij het plan van aanpak. Er zijn enkele uitzonderingen op de toetsingsplicht:

  • Bedrijven met maximaal 25 werknemers hoeven hun RI&E-document niet te laten toetsen. Voorwaarde is wel dat zij gebruikmaken van een goedgekeurde, branchespecifieke en in de cao opgenomen RI&E-instrument dat al door een deskundige is getoetst.
  • Organisaties die voor maximaal 40 uur per week arbeid laten verrichten (alle werknemers bij elkaar opgeteld). Een RI&E is wel verplicht, toetsing niet. Ook mogen deze bedrijven gebruikmaken van de

Zo vergeet u niets in de RI&E

Degene die de RI&E uitvoert moet aandacht besteden aan de volgende punten:

  • arbozorg en verzuimbeleid
  • algemene voorzieningen
  • fysische factoren
  • gevaarlijke stoffen en biologische agentia
  • fysieke belasting
  • werkplekinrichting
  • arbeidsmiddelen
  • persoonlijke beschermingsmiddelen
  • visuele informatie
  • functie-inhoud en werkdruk
  • werk- en rusttijden

Arbozorg en verzuimbeleid

Arbozorg en verzuimbeleid zijn onderwerpen waar met name de Inspectie SZW op controleert. Daarnaast zijn deze zaken van belang bij het eventueel civielrechtelijk aantonen dat de werkgever aan zijn zorgverplichting heeft voldaan. Het voeren van een arbobeleid kan immers als basis dienen voor de uitvoering van de arbozorg. Bij dit onderwerp kunt u denken aan:

  • arbobeleidsvoering: doelstellingen en samenhang met het algemene ondernemingsbeleid
  • verzuimbeleid: regeling en uitwerking begeleiding zieke werknemers
  • taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden: taken directie, leidinggevenden, werknemers, preventiemedewerker(s), ter beschikking staande middelen (tijd, geld en hulpmiddelen)
  • samenwerking en overleg: or, werkoverleg, overleg arbodienst/deskundigen
  • inzet deskundigen, al dan niet werkzaam in de arbodienst
  • jaarplan en jaarverslag
  • voorlichting en onderricht
  • toezicht door leidinggevenden
  • gedrag van werknemers: werken volgens voorschriften en procedures, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), risico’s gebruik medicijnen, gebruik alcohol en/of drugs in relatie tot een goede uitoefening van de functie

Algemene voorzieningen

Hieronder vallen onder meer:

  • algemene inrichting van gebouwen: werkplekken, terreinen, inrichtingseisen en de zorg voor de hygiëne, eisen voor ontspanningsruimten, voorzieningen in noodsituaties, onderhoud, en dergelijke
  • organisatie bedrijfshulpverlening: opleiding, oefening, bedrijfsnoodplan

Fysische factoren

Mogelijke aandachtspunten voor de RI&E op het gebied van fysische factoren zijn:

  • schadelijk en hinderlijk geluid, kunstmatige optische straling en trillingen
  • klimaat: warmte en koude, grote temperatuurverschillen en fysiek zware arbeid
  • verlichting, daglicht, uitzicht
  • ioniserende en niet-ioniserende straling
  • werken onder over- en/of onderdruk

Gevaarlijke stoffen en biologische agentia

Bij de risico-inventarisatie van biologische agentia is aandacht nodig voor:

  • inventarisatie en evaluatie van de blootstelling aan hinderlijke of gevaarlijke stoffen
  • opslag, verpakking, etikettering
  • voorkomen van ongewilde gebeurtenissen
  • gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie
  • voorschriften voor het werken met kankerverwekkende stoffen
  • voorschriften voor het werken met biologische agentia
  • voorschriften voor het omgaan met benzeen, asbest en een aantal specifiek giftige stoffen

Fysieke belasting

Onder fysieke belasting vallen tillen, trekken en duwen van zware lasten, al dan niet in ongunstige posities. Denk daarbij niet alleen aan zwaar werk, maar ook aan veelvuldig repeterende werksituaties, bijvoorbeeld in magazijnen. Ook langdurig zitten in één bepaalde houding kan fysiek belastend zijn. Een ander belangrijk item is kort-cyclisch werk. Daarbij gaat het niet alleen om werk aan de lopende band, maar ook om data-entry en (ander) beeldschermwerk.

Werkplekinrichting

Aandachtspunten voor de RI&E op het gebied van werkplekinrichting zijn de mogelijkheden tot staan en zitten, de werkhoogte en de bewegingsruimte. Maar ook de (kantoor)werkplek (beeldschermwerk!) verdient in het kader van de RI&E kritische beschouwing.

Arbeidsmiddelen

Onder arbeidsmiddelen verstaat de Arbeidsomstandighedenwet (artikel 1, derde lid, onderdeel h Arbeidsomstandighedenwet) alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, installaties, apparaten en gereedschappen. Een steiger is dus een arbeidsmiddel, evenals de trap naar die steiger. Maar natuurlijk ook de boormachine of andere in het dagelijkse werk gebruikte (hand)gereedschappen. Dergelijke middelen moeten op de meest veilige wijze te gebruiken zijn. Arbeidsmiddelen horen thuis in de RI&E. Loop de volgende punten langs, zo vergeet u niets in de RI&E:

  • arbeidsmiddelen met en zonder CE-markering: risicobeoordeling, maatregelen waar nodig
  • bedieningsorganen: zichtbaar, herkenbaar, buiten gevaarlijke zones, veilig, betrouwbaar
  • stopzetting moet veilig zijn: onderbreking energievoorziening
  • noodstopinrichting: is noodzakelijk als de risicobeoordeling dit vereist
  • afscherming van vallende of wegschietende voorwerpen
  • veilige opvang van vrijkomend(e) gas, damp, stof en vloeistoffen
  • afscherming van bewegende en draaiende delen
  • stabiliteit van het arbeidsmiddel
  • deugdelijke verlichting van werkplek en arbeidsmiddel
  • afscherming van hete of koude machine- of constructiedelen waarmee aanraking mogelijk is
  • duidelijke akoestische en/of optische alarmeringen
  • onderhoudsvoorwaarden: onderhoud van draaiende machinedelen alleen bij stilstand
  • arbeidsmiddel moet onder alle gebruiksomstandigheden veilig bereikbaar zijn;
  • elektrische veiligheid.

Visuele informatie

Bij de visuele informatie gaat het bijvoorbeeld om de leeszichtbaarheid van drukwerk, borden, beeldschermen en meters. Maar ook is aandacht nodig voor de zichtbaarheid en relevantie van de toegepaste veiligheids- en gezondheidssignaleringen. En hoe zit het met de taal waarin de boodschappen zijn opgesteld, is die voor iedereen begrijpelijk?

Persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM)

Periodieke controle op aanschaf, verkrijgbaarheid, kennis van de werking en het juiste gebruik van deze middelen is nodig. Daarnaast is regelmatig voorlichting en instructie van belang over het juiste gebruik en de veilige toepassing van PBM. Ten slotte behoort de werkgever op regelmatige basis toezicht te houden op het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.

Daarnaast mag van de werknemer worden verwacht dat hij zich aan de gegeven voorschriften houdt, de middelen op de juiste wijze gebruikt en ze na afloop van de werkzaamheden weer op hun plaats opbergt. Een en ander op grond van de algemene werknemersverplichting van artikel 11 Arbeidsomstandighedenwet.

Functie-inhoud en werkdruk

Functie-inhoud en werkdruk zijn ook van belang. Beoordeel dit onderdeel op:

  • volledigheid: uitvoering, organiserend, monotone en tempogebonden arbeid
  • moeilijkheidsgraad
  • autonomie: taak- en functie-inhoud
  • contactmogelijkheid: aandacht voor alleenwerkers
  • informatievoorziening: hoeveelheid, aangepast op niveau werkenden
  • werktempo
  • psychosociale arbeidsbelasting (PSA): de factoren agressie en geweld, seksuele intimidatie, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress kunnen veroorzaken

Werk- en rusttijden

Bij dit onderdeel komen de ploegendienstroosters, overwerk, rust- en pauzetijden en dergelijke aan de orde.

Zo vergeet u niets in de RI&E

De hier gegeven opsomming is uiteraard niet uitputtend. Ook zullen in sommige situaties niet alle onderwerpen aan de orde hoeven te komen. Sommige zijn in uw bedrijf immers niet relevant. Zie de opsomming als een handreiking bij het opzetten en uitvoeren van de RI&E. Het is daarbij wel zaak de lijst van tijd tot tijd even na te lopen. Weet u zeker dat een aandachtspunt niet van toepassing is? Neem het toch op in het verslag van de RI&E. Daarmee geeft u blijk van de vereiste volledigheid. En zo vergeet u niets in de RI&E. Echt niet.