Tag archieven: Arbowet

Eisen RI&E aangescherpt

Wat betekent dit op de werkvloer?

Sinds een paar maanden worden er strengere eisen gesteld aan de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Dat heeft te maken met het feit dat de RI&E’s in de bedrijven lang niet altijd op orde zijn en daadwerkelijk een goede inventarisatie en evaluatie bevatten van de arbeidsrisico’s in de onderneming. Vooral de toetsing van de RI&E en Plan van aanpak moet beter.

RI&E Arbowet veiligheid arbo

Eisen aan de RI&E

Elke RI&E moet voldoen aan de drie belangrijkste criteria: het moet volledig, het moet actueel en gebruik maken van de actuele inzichten. Bij ‘actualiteit’ moet ook de nieuwe machine worden meegenomen, of de veranderde werkwijze op kantoor door het hybride werken. Bij ‘actuele inzichten’ zijn zaken als de laatste normen of de arbocatalogus van de branche van belang.

In de praktijk schort het nog weleens wat aan deze criteria. In die gevallen is niet alles geïnventariseerd en geëvalueerd, of is er geen gebruik gemaakt van de laatste wetenschappelijke inzichten in het voorkomen van risico’s. Wat vooral gaat veranderen in de betrouwbaarheid van de RI&E, en wel door een betere toetsing uit te voeren.

Toetsen van de RI&E

Bij de uitvoering van de RI&E moeten voldoende medewerkers betrokken worden. Vooral bij aangelegenheden die sterk afhankelijk zijn van de individuele beleving van medewerkers. Denk bijvoorbeeld aan de psychosociale arbeidsbelasting (beleving van de werkdruk en van ongewenst gedrag), het binnenklimaat, of het in voldoende mate geïnstrueerd zijn in het beheersen van de eigen werkrisico’s en de ontplooiingsmogelijkheden. Heeft een gecertificeerde arbo-kerndeskundige de RI&E uitgevoerd? Dan moet die deskundige over het deel dat hij heeft gedaan een verklaring afgegeven. Dit kan apart, maar ook als een herkenbaar deel in de RI&E zelf. Daarin verklaart de deskundige dat de RI&E aan alle wettelijke eisen voldoet. Ook geeft hij aan welke beperkingen aan de RI&E zijn verbonden, bijvoorbeeld vanwege de gehanteerde scope van het onderzoek.
De RI&E moet blootstellingen aan de risico’s representatief in beeld brengen. Dus geen over- en/of onderschatting van de aanwezige risico’s. Ook moeten de blootstellingen aan arbeidsbelastende factoren met gevalideerde methodes (en eventueel meetapparatuur) onderzocht en in kaart worden gebracht.

Ook moeten de opstellers de evaluatie van de blootstelling aan de risico’s correct uitvoeren. Zij moeten die bovendien vergelijken met grenswaarden die wettelijk relevant en wetenschappelijk onderbouwd zijn. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van de laatste wetenschappelijke inzichten.

Eisen aan het Plan van aanpak (Pva)

Ook aan het Pva worden scherpere eisen gesteld. Het opstellen en uitvoeren ervan is geen vrijblijvende aangelegenheid. Denk aan vragen als:

  • Zijn maatregelen voorgesteld om de gevaren weg te nemen of om de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te beperken? De verantwoordelijkheden van de werkgever gaan verder dan het voldoen aan wettelijke normen, omdat hij een beleid moet voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (art. 3, lid 1, Arbowet).
  • Is bij de voorstellen voor risicobeperkende maatregelen rekening gehouden met de arbeidshygiënische strategie?
  • Als in het plan van aanpak bij de voorgestelde maatregelen is afgeweken van de arbeidshygiënische strategie, is dit dan gemotiveerd?
  • Is beschreven hoe de maatregelen worden geïmplementeerd?
  • Is de effectiviteit van de maatregelen ingeschat?
  • Is rekening gehouden met ongewenste consequenties van maatregelen?
  • Is de juiste prioritering van maatregelen voorgesteld op basis van de weging van de grootte van de risico’s?
  • Is het plan van aanpak concreet en realistisch (SMART)?
  • Hebben de door de werkgever aangewezen personen (actiehouders) voldoende bevoegdheid om de voorgestelde maatregelen uit het plan van aanpak uit te voeren?

Samengevat

Zorg dat RI&E en Pva door een gecertificeerde arbodeskundige worden getoetst en maak gebruik van de benodigde competenties om de risico’s en plan van aanpak te toetsen.

Nieuwe arboregelgeving 2023

Wat staat je in 2023 te wachten?

In 2023 wordt met name nieuwe regelgeving van kracht op het gebied van gevaarlijke stoffen en milieu. Ook laten eerdere wetswijzigingen hun invloed gelden. Verder zijn er enkele voorstellen waarbij komend jaar zal blijken of ze daadwerkelijk in nieuwe regelgeving zullen worden omgezet.

Arbowet

Tegemoetkoming bij beroepsziekten door gevaarlijke stoffen

Per januari 2023 treedt de nieuwe regeling ‘Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten’ (TSB) in werking. Met deze regeling kunnen medewerkers die ziek zijn geworden door het werk met gevaarlijke stoffen sneller en eenvoudiger aanspraak maken op een eenmalige financiële tegemoetkoming.

De regeling geldt voorlopig nog voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergische astma en de ‘schildersziekte’ (OPS/ CSE). In de komende jaren wordt de lijst met beroepsziekten door stoffen waarvoor de regeling geldt, verder uitgebreid. Meer informatie bij de Rijksoverheid.

Aanvullende RI&E (ARIE)

Waarschijnlijk per 1 januari 2023 wordt de aangepaste regelgeving van kracht over risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze regeling geldt voor risicovolle bedrijven die werken met een zodanige hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat deze een zwaar ongeval kunnen veroorzaken.

Door de aanpassing komen minimaal 200 extra bedrijven onder de deze regeling ‘Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie’ (ARIE) te vallen. Deze bedrijven moeten dan aan de ARIE-verplichtingen gaan voldoen. Hierbij hoort:

  • het uitvoeren van een aanvullende RIE inzake de beheersing van de risico’s van zware ongevallen;
  • het ontwikkelen en invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem;
  • het opstellen van een intern noodplan.

Ook moeten alle bedrijven die ARIE-plichtig zijn als werkgever een eenmalige melding aan de Nederlandse Arbeidsinspectie doen. Nieuwe ARIE-bedrijven hebben dan tot 1 januari 2024 de tijd om aan de verplichtingen van de ARIE te voldoen.

Nieuwe Omgevingswet

De Wet milieubeheer zal per juli 2023 (grotendeels) opgaan in de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt een lappendekken aan wetten en voorschriften in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket voor het aanvragen van vergunningen en starten van projecten. Ook bevat de Omgevingswet enkele nieuwe voorschriften, zoals een verplichting tot het aanwijzen van Veiligheidscoördinator bij bouw- en sloopwerkzaamheden. Deze functie richt zich vooral op de veiligheid in de directe omgeving van de plek waar wordt gebouwd.

Strengere toetsing RI&E’s

Sinds juli 2022 geldt nieuwe regelgeving voor de toetsing van een RI&E. Zo’n toetsing door een gecertificeerde kerndeskundige is wettelijk vereist. Tenzij er dan 25 medewerkers werkzaam zijn in een organisatie, en een erkend RI&E-instrument van de sector wordt gebruikt.

De strengere eisen aan de toetsing betekenen in de praktijk dat een nieuwe RI&E aan meer eisen moet voldoen om een positief advies te krijgen van een toetser. Sommige eisen zijn daadwerkelijk nieuw, andere golden al maar zijn nu meer aan het licht gekomen. Het is de vraag of de grote lijst aan zwaardere eisen tot de beoogde kwaliteitsverbetering leidt. Het is ook mogelijk dat dit de weerstand vergroot om een RI&E uit te voeren.

Enkele belangrijke onderdelen uit de verzwaarde RI&E-toets:

  • Er moeten meerdere gecertificeerde toetsers worden ingeschakeld voor de toetsing van een nieuwe RI&E. Eerst was één gecertificeerde toetser voldoende. Nu kan het aantal, afhankelijk van de aangetroffen risico’s, oplopen tot drie.
  • Per aangetroffen knelpunt moet de ‘basisrisicofactor’ worden aangegeven.
  • Bij ieder aspect dat niet als knelpunt wordt aangemerkt, moet de invuller beargumenteren dat dit punt daadwerkelijk in het bedrijf in orde is.
  • Een RI&E moet aantoonbaar zijn gebaseerd op analyses van het ziekteverzuim en de ongevallenregistratie, resultaten uit PAGO’s en inzichten van de medewerkers, de preventiemedewerker en de bedrijfsarts.
  • Maatregelen in de RI&E moeten SMART geformuleerd zijn en moeten zich richten op de aanpak van de achterliggende oorzaken van een knelpunt.
  • Als een werkgever bij een maatregel niet kiest voor bronaanpak, moet hij dat voortaan in de RI&E beargumenteren.
  • Verder is nu een vereiste dat in de RIE per maatregel wordt beschreven:
    • hoe een maatregel precies wordt ingevoerd,
    • welke maatregelen al zijn genomen,
    • hoe de effectiviteit van de nieuwe maatregel wordt ingeschat, en:
    • of de maatregel ook ongewenste consequenties heeft.
  • De RI&E moet verder beschrijven:
    • het benodigd aantal preventiemedewerkers, met hun tijdsbesteding, deskundigheden en plaats in de organisatie;
    • de uit te voeren nadere inventarisaties;
    • het Arbobeleid en de organisatie van de bedrijfshulpverlening met daarbij een beoordeling of deze beide zaken in de praktijk ook operationeel zijn;
    • welke medische onderzoeken (PAGO’s) nodig zijn en met welke frequentie;
    • de risico’s voor bijzondere groepen als jeugdigen, ouderen, zwangere vrouwen, mindervaliden, derden, stagiaires en uitzendkrachten, bewakingspersoneel en schoonmaakpersoneel.

Meer informatie is te vinden in de Staatscourant.

Gewijzigde NEN-norm tillen en dragen

De norm NEN-ISO 11228-1 voor het beoordelen van fysieke belasting in werksituaties is onlangs herzien. De belangrijkste wijzigingen die zijn aangebracht hebben betrekking op de manier van beoordelen van tillen, neerzetten en dragen. Voor arbofunctionarissen is het van belang om na te gaan of deze nieuwe inzichten zijn verwerkt in de methode die ze gebruiken bij de RI&E fysieke belasting in hun eigen organisatie.